70 jaar terug gingen we naar dit strandje…

11-10-2024

    fotostudio loes van drunen  

Als het mooi weer was dan. Het zand is er nog. Kijk maar. De rest niet meer. Zelfs geen jonge mensen na het uitgaan van hun school. We hadden nog geen smartphone toen. Misschien waren we juist daardoor zo zorgeloos gelukkig en besef ik dat nu pas. Zorgeloos. Er zijn maar 9 letters nodig om het Grote Verschil te kunnen doen begrijpen. Het verschil tussen toen en nu. Had je dan helemaal geen zorgen in die tijd? Eén weet ik er nog wel: Ik moet m'n huiswerk nog maken. Getver…

Als de zon dan wat was gaan zakken gingen we naar La Venezia op de Grote Markt. Of naar ijssalon Busato in de Arkelstraat. Franco, Vitorio en hun kleine zusje heetten ook Busato en kwamen écht uit Italië. Zodoende. Discriminatie? Nooit van gehoord!

Mady in 't Veld was net zo Hollands als wij maar had een prachtige, donkere huid. Veel van de jongens waren heimelijk een beetje verliefd op haar. Ik hoorde later dat één van hen uiteindelijk echt met haar is getrouwd. Dàt kon toen nog zonder politiek neutraal migratie etiket. Of hoe die zichzelf bewijzende flauwekul van nu dan ook heten mag. Mady was toen al gewoon één van ons. Een stuk of tien zo was nog veel leuker geweest. Ze hebben vast hele mooie kinderen gekregen. Frank Woesthoff was in ons stadje geboren. Toch zag hij er wat Indisch uit. So what? Daar hadden we er wèl meer van. Indië hoorde dan misschien niet meer bij ons landje. Maar Frank wel.

Wie nog wat zakgeld over had stak het plein over. Voor een kwartje zo'n hele puntzak vol dampende, goudbruine friet. Bij de kraam van Aafje Patat: "Met mayonaise of piccalilly?" Op zondag was Aaf een totaal ander mens. Dan overstemde haar Gorcums dialect de hele tribune. Want haar zoon was de motor op het middenveld. Bij Unitas. En geloof het of niet: Unitas speelde daar ook tegen Ajax, Feyenoord en DFC uit Dordt. Mijn club. Omdat mijn vader daar gespeeld had.

Weemoed? Nee, dat gaat wel over als je de tachtig bent gepasseerd. Gewoon dierbare herinneringen aan een fijne jeugd. Wat verderop langs de hier zo brede rivier is nu een groot parkeerterrein. Tegen het meisje dat zojuist onze drankjes bracht zei ik: "dat was toen een hockeyveld."

Ze keek me aan met zo'n blik van 'die aardige oude man en nu al zo de weg kwijt…'

"Heus, vraag maar aan je vader of je opa."

"Ik ben niet van hier" antwoordde ze bedeesd.

Natuurlijk niet. Ik groeide hier op in een vestingstadje met maar 17 duizend inwoners binnen plus buiten de Wallen. Nu zijn dat er meer dan 40 duizend. Kans van één op pakweg acht dat haar achternaam mij bekend voorkomt.

Ik zag haar denken 'wat sukkelig saai moet dat toen zijn geweest'. Haar smartphone piepte uit haar achterzak. Dat hoort zo tegenwoordig. Even later zag ik haar appen. Met een vriendin of vriendje? Gewoon om even iets te "delen". Anders voelen ze zich zo alleen in deze prestatiemaatschappij. Onze achterkleinkinderen. Dát hoefden wij destijds allemaal niet te doen. Met díe vriendin praatte je gewoon even "live". Want die was daar ook op het strand. Of 's winters op de ijsbaan. Over ons grasloos trapveldje van harde klei, hier exact onder dit horeca terras, ben ik maar niet eens meer begonnen. Tuurlijk, voetballen dat deden vooral jongens. Maar Ine Hofs deed niet zelden ook mee. Kon je beter niet tegenaan lopen. Ze was beter dan veel van ons. Op zondag was Ien de gevreesde doelvrouw bij dames één. Van MHC Rapid. Op voornoemd hockeyveld. Ze leeft ook nog hoorde ik desgevraagd op watersportvereniging de Punt. Want Ine kon ook zeilen als de beste. Had zelf ook een echte BM 12 kwadraat. Daar zeilden we kris kras mee over de rivier. Tussen de beroepsschepen door. Per 3 of 4 "rijnaken" getrokken door één sleepboot voeren die stroom-op niet harder dan ik nu nog kan lopen. We zeilden ook wedstrijden in de weekenden van Hemelvaart en Pinksteren. Tiel - Gorcum, op en neer naar Heusden en twee of drie rondjes Gorcum-Woudrichem-Gorcum. Afhankelijk van wind en stroom. Met een extra handicap: steken we over voor of na die sleep? Ben een paar maal haar fokkenist geweest. Beide keren gewonnen. De laatste keer met de kiel akelig dicht over de keien van de Punt. De hele watersportvereniging stond daar te kijken en hield de adem in. Zou de kiel er afscheuren of niet… Maar even verderop in de Vluchthaven was de finish. Dáár draaide alles om. Eduard den Bakker had gekozen voor een extra lange slag. Ien niet.

Op de terugweg van een crematie bij Ockenburgh Den Haag staat onze camper nu voor één nacht op Camperplaats De Punt. Die hoort anno nu bij de ons zo dierbare watersport herinneringen. Met Navigare Necesse Est op de gevel van een loods. Ruim 60 jaar geleden daar opgeschilderd. Door de rector van ons Gymnasium. Tevens leraar Oude Talen. En voorzitter van de Vereniging. Rietje en ik hebben hem na zijn pensioen nog opgezocht in Brouwershaven. Met onze SK-kotter SYLMAR. Hij zei tegen Rietje altijd wel te hebben geweten dat het mij wel goed zou komen. 60 jaar geleden was niemand daar zo zeker van. De ingehuurde uitbater van de gemoderniseerde kantine trakteerde me vanmiddag op zo'n blik van: Zijn die overjarige lastposten nou nòg niet allemaal uitgestorven…?

Dan weet je meteen dat je d'r echt niet meer bijhoort en kregen dan ook niets meer te eten daar. Eén tafeltje verder at spaghetti…

Terug in ons appartement boven een zorgcentrum in Lochem heb ik het met Rietje serieus besproken: als zij er niet meer is ga ik naar mijn vroegere huis in Gorcum. Haarstraat 29. Dat is nu een Hospice.

Na bijna 90 jaar rustig doodgaan in de jongenskamer van toen.

Dat lijkt me wel wat!