Herfst in Twente

We waren op weg naar een oude boerderij. Ergens in de driehoek Barchem, Ruurlo, Lochem. Meer wist 'Waze' ook niet. En die weet gewoonlijk elke straatsteen in Europa wel te vinden.
Waze is onze navigatie-app die iemand met goede bedoelingen ooit op mijn iPhone heeft gezet. Even een adres ingeven, de iPhone op het dashboard klikken en je rijdt vlekkeloos naar de vierkante meter waar je wezen moet.
Maar zo niet gisteren. Het ding zocht zich klem. Nooit geweten dat er ergens in Nederland nog een reservaat bestaat dat in zoveel positieve opzichten afwijkt van alles wat welke andere Nederlandse provincie dan ook maar te bieden heeft.
En dan heb ik het niet alleen over het verwondering afdwingende stelsel van wegen en weggetjes, schilderachtige laantjes, de prachtige natuur, de kleinschalige bedrijvigheid, de bossen, de weilanden, de ruimte en de rust. En niet de vergeten het dialect dat ze hier liever hun taal noemen. Toegegeven, als Achterhoekers een beetje doorslaan dan versta je daar als Hollander geen barst van. Maar dat komt in Friesland, Groningen en Limburg ook voor.
Terug naar ònze, tot dan toe fraaie, maar helaas vruchteloze ontdekkingsreis. Waze wist wel dat er daar ergens een Wiersebroekweg moest zijn en gaf ons dan ook vastberaden een keuze uit drie routes van maximaal 9 km en 12 minuten teneinde boerderij nummer 4 te bereiken.
Toegegeven, er waren kruispunten bij met niet vier, maar liefst vijf of zes mogelijkheden. Allemaal éénbaans weggetjes plus tenminste één zo'n ingesleten karrenspoor met een verhoogd dijkje in het midden. Je rijkunst wordt daar zwaar op de proef gesteld teneinde de uitlaat met niet te verspelen. Erger kan nauwelijks in deze klimaatbewuste regio. Of je het moet je lukken om klemvast - gelijk een muizenval - in zo’n karrenspoor te blijven hangen tot je door de trekker van een vriendelijke boer wordt losgetrokken met achterlating van nòg wat extra onderdelen.
Als z'n trekker niet toevallig op het Malieveld staat dan. Misschien zou Mark eens naar Barchem moeten komen fietsen in plaats van naar Brussel te vliegen. Maar helaas… we werden toen nog geregeerd door Startreck-bewoners die via wit bestreept asfalt, straatstenen en stoeptegels; en tussen louter glas en beton de Randstad door kronkelen. Zonder dat er een frisgroene boom te bekennen valt. Laat staan een koe die niet van plastic is.
Hier en daar een restant van dooie takken daargelaten, waartussen iemand een roestig fietsframe heeft opgehangen. Bij wijze van wat hier nog is en daar ooit was aan oorspronkelijk groen. Zelfs in de Randstad. Met, als ze tussen de woon- en kantoortorens door nog iets van het zwerk kunnen zien: allemaal vliegtuigstrepen. Dus hoe kunnen ze dáár nu oordelen over de combinatie CO2 en stikstof in vergelijking met de natuur in de rest van 't land.
Maar goed. Intussen was het onverwacht druk geworden daar tussen de bomen, weilanden en boerderijen. Vol met groepjes enthousiaste wandelaars ondanks een beetje najaarsregen zo af en toe. We passeerden her en der ook nog wat milieufreaks waarvan wij dachten dat ze met emmer en prikstok bezig waren de laatste sporen van het zomertoerisme uit te wissen.
Maar neen, desgevraagd bleken dit allemaal deelnemers aan een exclusieve sport die onderling om de winst streden. Bij het… ik durf de naam nauwelijks te noemen: KLOOTSCHIETEN.